De oudere Espargaro pakte thuis zijn 3de overwinning uit zijn carrière en Aprilia schreef een nieuw record in hun geschiedenisboeken.
Als je tien jaar geleden had gezegd dat Aleix Espargaro een MotoGP-race zou winnen – laat staan drie – zouden mensen je hebben uitgelachen. Maar de Catalaan heeft een lange en vermoeiende weg afgelegd om het ongelijk van iedereen te bewijzen en heeft inmiddels bewezen dat zijn eerste overwinning in de Argentijnse ronde van vorig jaar geen toevalstreffer was. Na twee weken geleden in Silverstone zijn tweede race uit zijn carrière te hebben gewonnen, maakte Espargaro zichzelf dit weekend onstopbaar in zijn thuisrace, want dit keer telde hij zijn ronden goed en kwam hij als eerste over de finish, voor zijn teamgenoot Maverick Viñales, waarmee hij zijn eerste Aprilia 1-2 thuisbracht.
De race begon helaas met wat chaos die leidde tot een snelle rode vlag, als gevolg van een pile-up in bocht 1 en een gruwelijke crash van kampioenschapsleider Pecco Bagnaia twee bochten later. Alle rijders waren gelukkig bij bewustzijn en Bagnaia werd naar het medisch centrum gebracht voor controle. Alle getroffen rijders behalve Bagnaia en teamgenoot Enea Bastianini konden herstarten op hun reservemotor, een triest abrupt einde voor de Ducati-fabriek voor dit weekend.
Bij de herstart schoot Viñales meteen naar de leiding, voor Jorge Martin, Aleix Espargaro en Miguel Oliveira. Martin leek al vroeg een bedreiging te vormen voor de Top Gun, maar het duurde niet lang voordat hij terugviel en zijn plek opgaf aan de snel rijdende Espargaro. Oliveira zag er ook sterk uit in de beginfase en nam al snel de derde plaats over van de Pramac-coureur, waardoor de top 3 volledig uit Aprilia bestond.
Even leek het een intense achtervolging te worden, want Espargaro volgde zijn teamgenoot een tijdje op agressieve wijze en hield een gat van 3 tienden, waardoor de televisie-uitzending het grootste deel van de race op de kopgroep gericht bleef. Desondanks was er nog wat noemenswaardige actie in het middenveld, want Fabio Quartararo vocht hard met Marc Marquez om de top 7-positie, terwijl Fabio DiGiannantonio en Augusto Fernandez niet ver daarachter hard maar fair vochten om de 9e plaats.
Ondanks een lange aanloop naar een Aprilia top 3, wat een episch record voor de Noale-fabriek in de geschiedenisboeken zou zijn geweest, begon Oliveira wat tijd te verliezen en werd uiteindelijk ingehaald door het Pramac-paar van Martin en Johann Zarco.
Terug vooraan begon het erop te lijken dat Viñales zijn naam in de geschiedenisboeken zou schrijven als de eerste rijder die voor 3 fabrikanten won, want Espargaro viel terug tot meer dan een seconde achter hem. Maar net als in Silverstone krabbelde hij in de slotfase van de race terug naar de leider en greep uiteindelijk de leiding met een agressieve passeeractie in bocht 1 met nog vijf ronden te gaan. Op dat moment was het duidelijk dat de jongens van Aprilia last hadden van bandenslijtage aan de rechterkant, want Viñales begon in de laatste vier ronden aanzienlijk terug te vallen.
Zelfs toen was het nog niet voorbij, want in de allerlaatste ronde kreeg de bandenslijtage ook Espargaro te pakken. De Aprilia’s leken alle kanten op te kunnen terwijl ze probeerden met de 1-2 naar huis te cruisen, tot het punt waarop Espargaro zijn achterstand op zijn teamgenoot volledig liet verdwijnen. Espargaro kwam wankelend uit de laatste bocht, een moment waar zelfs de commentatoren in de uitzending van schrokken, maar wist Viñales nog net van zich af te houden en pakte zo zijn tweede overwinning van het seizoen. Jorge Martin bracht zijn Pramac Ducati thuis naar de derde plaats, waarmee hij een solide resultaat voor de fabrikant uit Bologna redde.
Terwijl de oudere Espargaro zegevierde, was het helaas precies het tegenovergestelde voor zijn jongere broer Pol, die slechts één ronde reed voordat technische problemen hem dwongen om zijn KTM vroegtijdig aan de kant te zetten. Hij ging op dezelfde manier met een DNF als de enige twee andere uitvallers, waarbij mede-KTM-coureur Brad Binder en Raul Fernandez van RNF Aprilia ook te maken kregen met technische problemen met hun motoren.
Pecco Bagnaia werd overgebracht naar het ziekenhuis voor verder onderzoek en ontsnapte op miraculeuze wijze aan ernstig letsel, want uit het onderzoek bleek dat hij meerdere hersenschuddingen had opgelopen en geen breuken. Zijn teamgenoot Bastianini daarentegen liep een niet-verplaatste breuk op aan zijn linkerenkel en een breuk aan zijn tweede middenhandsbeentje aan zijn linkerhand. Het Ducati-paar werd naar Italië gevlogen om zich voor te bereiden op hun herstel.
Afbeelding – Aprilia Racing
Schrijver – Liam van de Seijp
